Naar inhoud springen

Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele
Kathedraal van Sint Michiel en Sint Goedele
Kathedraal van Sint Michiel en Sint Goedele
Plaats Brussel, België
Gewijd aan Sint-Michiel, Sint-Goedele
Coördinaten 50° 51′ NB, 4° 22′ OL
Gebouwd in 1226 - 1519
Restauratie(s) 1991
Architectuur
Bouwmateriaal Gobertangesteen
Stijlperiode Gotiek
Afmeting 114 m lang
Toren 64 m hoog
Detailkaart
Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele (Brussels Hoofdstedelijk Gewest)
Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele
Officiële website
Lijst van kerken in Brussel
Portaal  Portaalicoon   Christendom
Standbeeld van koning Boudewijn voor de Kathedraal van Brussel.
De kathedraaltoren met zicht op Brussel
Het middenschip
Het Grenzing-orgel

De Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele (Frans: Cathédrale Saints-Michel-et-Gudule) is een kerkgebouw in het oude centrum van Brussel, in Brabantse gotiek.

Reeds in de 9de eeuw bestond hier waarschijnlijk een kapel toegewijd aan Sint-Michiel. In de 11de eeuw werd een romaanse kerk gebouwd en tot kapittelkerk verheven (1047). Na de overbrenging van de relikwieën van Sint-Goedele kreeg ze de dubbele naam “collegiale kerk van Sint-Michiel en Sint-Goedele”. In februari 1962 kreeg ze de rang van kathedraal en sindsdien is ze samen met de Sint-Romboutskathedraal te Mechelen de zetel van de aartsbisschop van Mechelen-Brussel. In 1226 werd begonnen met de bouw van het gotische koor. De bouw van de kathedraal werd in het begin van de 13e eeuw aangevat onder de leiding van hertog Hendrik I van Brabant. Tot aan de opsplitsing van het bisdom Mechelen in 1961 was het een collegiale kerk die gewijd was aan Sint-Michiel en waarin in 1047 een kapittel ter ere van Sint-Goedele werd gesticht.

In de tweede helft van de 20e eeuw werd het aartsbisdom Mechelen heringedeeld: enerzijds werd het bisdom Antwerpen afgesplitst (de Onze-Lieve-Vrouwkerk van Antwerpen werd als Onze-Lieve-Vrouwekathedraal de kathedraal van dit nieuwe bisdom). De rest van het vroegere bisdom Mechelen werd herdoopt tot het aartsbisdom Mechelen-Brussel. De primaat van België behield, zoals voordien, zijn zetel te Mechelen in het aartsbisschoppelijk paleis. De hoofdkerk van Brussel werd tot co-kathedraal verheven, naast de Mechelse Sint-Romboutskathedraal. Rond 2000 ontstond de traditie om de kathedraal naar Sint-Michiel en Sint-Goedele te noemen (voluit: Collegiale Sint-Michiels- en Sint-Goedelecokathedraal). Het archief van de kathedraal wordt bewaard in het Rijksarchief te Brussel.

De kathedraal werd gebouwd met gobertangesteen uit de steengroeven van Dilbeek. De gewelfhoogte van het schip is 26,5 meter.

Het laatste kwart van de 20e eeuw vond de meest intensieve restauratiecampagne van de Sint-Michielskathedraal plaats. Dat het middeleeuwse gebouw meerdere constructieproblemen had (onder andere inefficiënte positionering van de luchtbogen) was al langer bekend. Tijdens vroegere restauraties was men er nooit in geslaagd deze constructieproblemen op te lossen. In sommige gevallen waren ze zelfs verergerd. Bij de laatste restauratie slaagde men er evenwel in de constructie voor lange tijd te stabiliseren. Een hele rits secundaire problemen, zoals waterinsijpeling, werd eveneens grondig aangepakt.

In de vloer is een meridiaanlijn ingewerkt.

De monumentale trap voor de kathedraal, ontworpen door Pieter Paul Merckx, is geplaatst in de periode 1702-1707. Het was een geschenk van de stad Brussel. Oorspronkelijk was de trap aangebouwd tegen de stadsmuren om toegang te verschaffen tot de promenade ingericht op het stuk tussen de Lakensepoort en de Schaarbeeksepoort.

De naturalistische preekstoel van Hendrik Frans Verbruggen is in 1696-1699 gemaakt voor de Sint-Michielskerk van de Leuvense jezuïeten en in 1776 naar Brussel gebracht, na een ruiloperatie waarin keizerin Maria Theresia persoonlijk tussenkwam. Het is een overdonderend totaalkunstwerk, een synthese van de zondeval en de verlossing door de kerk. Onderaan verdrijft een aartsengel Adam en Eva uit het aards paradijs. Eva beschermt zich verschrikt met de arm terwijl ze in de andere hand nog de appel heeft. Adam verbergt angstig het hoofd. Uit de boom van de kennis van goed en kwaad kruipt een reusachtige slang die zich tot boven het klankbord kronkelt. Daar wordt ze verpletterd door de triomferende Maagd en haar Kind. Typisch voor Verbruggen zijn de twee fladderende engelen die het klankbord 'optillen'. Jan Baptist van der Haeghen voegde aan weerszijden van de trap nog een haag met dierenfiguren toe.

In de kapel van het Sacrament van Mirakel wordt een belangrijke hoeveelheid edelsmeedwerk, borduurwerk en religieuze kunst bewaard. Verschillende relieken en kostbaar textiel zijn tentoongesteld, waaronder gewaden in zijde en gouddraad geborduurd geschonken door verschillende koningen en ook een kelk, gift van Leopold I. Beroemd is het reliek van het ware kruis, daterend uit de 14e eeuw. Bijzonder is ook de marmeren beeldengroep van Onze-Lieve-Vrouw met Kind, gemaakt door Conrad Meit.[1]

Relieken van het Sacrament van Mirakel

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Sacrament van Mirakel voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In de kathedraal worden als reliek hosties bewaard die gebloed zouden hebben na doorsteking door Joden (1370). De vergulde monstrans is bezet met diamanten en kristal. In de 17e eeuw kende de cultus van het Sacrament van Mirakel een belangrijke bloeiperiode.

Het Sacrament van Mirakel is een amalgaam van bijgeloof, onwetendheid en Jodenvervolging.[2] Een Jood steelt gewijde hosties uit de kerk en om te bewijzen dat ze niet het lichaam en bloed van Christus zijn, doorsteekt hij ze met een mes. De hosties beginnen te bloeden. De Joden worden aangehouden, terechtgesteld en hun goederen verbeurdverklaard. Heel het verhaal is afgebeeld op glasramen in de kerk. Deze gebeurtenis werd elk jaar herdacht met een processie, maar de traditie stierf uit na de Tweede Wereldoorlog. In 1977 werd een bronzen plaat aangebracht in de kerk met de volgende tekst:

De Joodse gemeenschap van Brussel werd in 1370 beschuldigd en gestraft voor de profanatie van het H. Sacrament. Op Goede Vrijdag 1370 zou men in de synagoge gestolen hosties met een dolk doorboord hebben. Uit de hosties zou bloed gevloeid zijn. De diocesane autoriteiten van het bisdom Mechelen-Brussel hebben in de geest van het Tweede Vaticaans Concilie en na kennisname van het historisch onderzoek, in 1968 de aandacht gevestigd op het tendentieuze karakter van de beschuldiging en de legendarische voorstelling van het 'mirakel'.

Het verkleuren van hosties kan een gevolg zijn van een micro-organisme, de Microcossus prodigiosus of Serratia marcescens.

Het groot Grenzing-orgel in het schip, waarvan de kast als een zwaluwnest hangt onder de gewelven, werd ingehuldigd in oktober 2000. Het orgel telt 4300 pijpen, verdeeld over 63 registers, 4 manualen en 1 pedaal. Dit instrument is het werk van de Duitse orgelbouwer Gerhard Grenzing en zijn Spaanse medewerkers uit Barcelona. Het kastontwerp is van de Engelse architect Simon Platt. Hieronder volgt de dispositie:[3]

Grand Orgue
Montre 16'
Montre 8'
Flûte harmonique 8'
Bourdon à cheminée 8'
Viole de gambe 8'
Prestant 4'
Flûte conique 4'
Quinte 2 2/3'
Doublette 2'
Mixture V
Cymbale III-IV
Trompette 16'
Positif
Bourdon 16'
Montre 8'
Quintadène 8'
Prestant 4'
Flûte à cheminée 4'
Nazard 2 2/3'
Doublette 2'
Tierce 1 3/5'
Larigot 1 1/3'
Mixture V-VI
Trompette 8'
Cromorne 8'
Tremblant
Récit Expressif
Cor de nuit 8'
Salicional 8'
Gambe 8'
Voix céleste 8'
Prestant 4'
Flûte octaviante 4'
Nazard 2 2/3'
Quarte 2'
Sifflet 1'
Plein-Jeu IV-V
Tiercelette III
Basson 16'
Trompette harmonique 8'
Hautbois 8'
Tremblant
Solo C-g’’’
Bourdon 8'
Viola 8'
Voce umana 8'
Prestant 4'
Flageolet 2'
Larigot 1 1/3'
Cornet V
Trompeta Batalla 8'
Bajoncillo-Tromp. Magna
Voix humaine 8'
Douçaine 8'
Tremblant
Pédale C-f’
Principal 16'
Soubasse 16'
Grosse Quinte 10 2/3'
Flûte 8'
Basse 8'
Gros Nazard 5 1/3'
Prestant 4'
Fourniture V
Contre-Posaune 32'
Posaune 16'
Trompette 8'
Clairon 4'
Koppelingen
GO+Pos
GO+Rec B/D
GO+Solo
Pos+Rec
Rec+Rec 16'
P+GO
P+Pos
P+Rec
P+Rec 4'
P+Solo
2 Zimbelsterne

Speelhulpen:o.a. een sequencer met 5120 registercombinaties

De huidige kapelmeester van de kathedraal is Kurt Bikkembergs.

De zuidelijke toren herbergt een beiaard met 49 klokken, die door de Klokkengieterij Eijsbouts werden gegoten. In de kathedraal hangt het schilderij De kruisiging van Michiel Coxie (Vlaamse Meesters in Situ).[4]

Historische gebeurtenissen die plaatsgrepen in de kathedraal

[bewerken | brontekst bewerken]

Begraven in de kathedraal

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Guido Jan Bral (red.), De kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele, 2000. ISBN 9020927159
  • Anne van Ypersele de Strihou, De kerkschat van de Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal te Brussel, Secrétariat de la Cathédrale, 2000
  • Paul De Ridder, Sint-Goedele. Geschiedenis van een monument, 1992, 88 p. (pdf)
  • Paul De Ridder, Inventaris van het oud archief van de kapittelkerk van Sint-Michiel en Sint-Goedele te Brussel, 3 dln., 1987-1988
  • Marcel Bollaerts (red.), Restauratie van de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal, 1983-1988, Regie der Gebouwen, 1988, 79 p.
  • Sint-Michielskathedraal. Kunst en geschiedenis, tent.cat., 1975, 226 p.
  • Placide Lefèvre, De Collegiale Kerk van Sint-Michiel en Sinte-Goedele te Brussel. Geschiedenis. Architectuur. Meubileering. Schat, 1942, 187 p. + 96 p. z/w ill.
  • Jules Helbig, De oude glasramen van de collegiale Sinte-Goedele te Brussel, 1942, 48 p., ill.
  • Henri Velge, La collégiale des Saints Michel et Gudule à Bruxelles, 1926, 390 p., ill.
  • René Maere, L'église Sainte-Gudule à Bruxelles. Étude archéologique, 1925, 88 p. (overdruk uit La Revue de l'Art, 1925)
[bewerken | brontekst bewerken]
Commons heeft media­bestanden in de categorie Cathedral of St. Michael and St. Gudula (Brussels).